Luteïne is een carotenoïde die voorkomt in planten. Carotenoïden zijn stoffen uit de natuur die ons lichaam niet zelf kan aanmaken maar die we uit onze voeding moeten halen. Het zijn natuurlijke kleurstoffen die de kleur geven aan groenten en fruit. Er bevinden zich zo’n zeshonderd carotenoïden in de natuur waarvan Luteïne een belangrijke is. Luteïne is een gele kleurstof. Hier komt dan ook gelijk de naam luteïne vandaan: luteus is de Latijnse benaming voor geel. Luteïne is verantwoordelijk voor de gelige pigmentatie van het netvlies en heeft de functie van een antioxidant. Uit welke voeding we luteïne halen en waar deze carotenoïde goed voor is lees je hieronder.
Voedingsmiddelen met luteïne
Luteïne bevindt zich in verschillende soorten voedingsmiddelen. Bronnen van luteïne zijn groene groenten zoals boerenkool, broccoli, spinazie, sperziebonen en spruitjes. Ook bevindt luteïne zich in mais en gele paprika en in de fruitsoorten mango, papaja en sinaasappel. Daarnaast bevat ei luteïne, dut zorgt voor de gele kleur van het eigeel.
Naast voeding is luteïne ook binnen te krijgen met behulp van luteïnesupplementen. De luteïne in supplementen wordt meestal gewonnen uit de gele blaadjes van de goudsbloem. Door inname van een supplement krijg je voldoende luteïne binnen om de voordelen van deze stof te ervaren.
Wat doet luteïne in het lichaam?
Luteïne kan niet alleen kleur geven aan eten, het komt ook samen met zeaxanthine voor in de gele vlek (macula) in het oog. Deze gele vlek bevindt zich op het netvlies en zorgt voor een scherp gezichtsvermogen. Luteïne, samen met zeaxanthine, beschermen het oog tegen oxidatieve stress en wetenschappelijke studies tonen dat het helpt bij het in stand houden van een scherp gezichtsvermogen